dinsdag 25 mei 2010

Roadtrippin'

Het kaartje onderaan onze blog is aangepast. Je moet behoorlijk uitzoomen om het een beetje te kunnen volgen, maar je zal snel merken dat we intussen een heel stuk verder zitten!

Groet

maandag 24 mei 2010

Wwoofing in the west

We zitten in de Chapman Valley, een dertigtal kilometer ten noordoosten van Geraldton, dat ook alweer vierhonderd kilometer boven Perth ligt.

Perth is klein en wel gezellig. We spendeerden er bijna twee dagen, vooral in de bieb (om onze computer te proberen herstellen, nu het virus eraf is. Maar het virus heeft voor Tim het weg kreeg enkele vitale Windowsfuncties uitgeschakeld, zoals geluid en internet. Voorlopig nog geen succes...).

Na Perth reden we naar het noorden. We stopten in The Pinnacles, een spectaculair gezicht. Overal in het zand staan er stenen pilaren in verschillende diktes en groottes, maar het geheel doet nogal mysterieus aan. Helaas was het zo ongeveer veertig graden en waren we er knal op de middag. 's Avonds moet het daar ongetwijfeld nog mooier zijn! Maar we waren er toch een beetje van onder de indruk anyway!

We reden via de zee (parallelweg van de grote snelweg) verder naar het noorden, maar we mochten nergens blijven slapen (1000 dollar boete, ranger patrols,..) dus moesten we maar blijven rijden. Uiteindelijk hebben we onze kampeerboek gevolgd naar een gratis slaapplaats in een natuurreservaat 70 kilometer landinwaarts, maar die plek bleek ineens ook 6.50 dollar per persoon te kosten! Dus honderd meter buiten het reservaat langs de kant van de gravelbaan ons kamp opgeslaan ;)

Daarna spendeerden we het weekend in Geraldton en maandag reden we naar onze wwoofplek in de Chapman Valley, dertig kilometer verderop. We lieten eindelijk eens onze post uit Sydney overkomen (dankudanku iedereen voor de brieven!).

Intussen zitten we hier twee weken. Onnodig dus om te zeggen dat we het hier tof vinden :) We hebben hier al: zaadjes geplant en intussen zien spruiten, guavas geplukt, citroenen en appelsienen en lemonadas en mandarijntjes gegeten (recht van de boom!), diezelfde fruitjes geperst tot we ongeveer duizend dozen vol hadden om in te vriezen, 81 kilogram olijven geplukt, de boomgaard bemest, verwonderd gekeken hoe iedereen hier uitgelaten reageert als het even regent, veeeeel ramen gekuist, de kippen verwend met veel eten en verlost van veel eieren, met Toby de kangoeroe en de 16-jarige Daisy (golden retriever) gaan wandelen, Daisy en haar 6-jarige kompaan Annie gewassen, geholpen in de weekends met 'Functions' die hier op de farm plaatsvinden (vorige week een seniorenlunch, dit weekend drie dagen vollenbak meditatie retraite, waarbij ik telkens hielp met de 'food preparations'), Tim heeft de remblokken en de olie van de auto vervangen, we hebben 800 kilogram wol geperst in een geel machien, we zagen al heel veel vogels (drie spelende wedge-tailed eagles!) en een gekko en een bobtailhagedis, we achtervolgden de schapen en hun miniminischattige lammetjes en voederden hen, Tim sleutelde aan een quad, een tractor en Sunny de kleine auto van de dochters en ontdeed een paar bomen langs de baan van hun takken, we zijn na bijna acht maand in Australie voor het eerst weer op een fiets gekropen om direct een bergske op te rijden, en nog vanalles waar ik nu even niet meer aan denk. Veel werk dus maar ook veel plezier :)

Donderdag zijn we met Phil, onze wwoofhost, gaan kamperen in Oakajee. We lieten de banden van de 4x4 een beetje af om het strand op te rijden (woehoeee!) en eindigden een vijftal kilometer verder, door de duinen en langs het strand. We kampeerden bovenop een duin, van waar we naar de zonsondergang konden kijken met een pintje, maakten eten op het kampvuur en sliepen in 'swags', Australische 'slaapzaktenten' met een waterdicht omhulsel waarbij je dus gewoon onder de sterren slaapt.

Komende donderdag of vrijdag vertrekken we hier en rijden we weer verder naar het noorden, via Shark Bay naar Karajini National Park en The Kimberley.

Veel liefs!

Tine - en Tim ook natuurlijk


* The Pinnacles


* Tim de herder


* Olijven plukken


* Met de 4x4 door het zand


* De zonsondergang in Oakajee


* De compagnie (Tim, Tine, Paul, Phil en Annie de Kelpie)

donderdag 6 mei 2010

Zee, zalm en zonsondergang

De Nullarbor Plain. Dat was onze volgende uitdaging. Toen we uit Kimba vertrokken, reden we naar de Gawler Ranges (waar het uitzicht wel mooi was maar waar we niet overal naartoe konden omdat onze auto geen vierwielaandrijving heeft...) en van daaruit recht naar beneden in Eyre Peninsula, van waar we langs de westkust weer naar 'boven' reden. Prachtige zonsondergangen, daar. En enkele van de allermooiste kampeerplekken van onze hele reis! Zoals net naast de zee, onder de sterren, terwijl ik het laatste restje van de zonsondergang kon zien uit mijn 'bed'. Wat wil een mens nog meer :)?
Maar toen moesten we dus aan die Nullarbor beginnen, vanuit Ceduna. Nullarbor is slecht Latijn voor 'geen boom' en een goede beschrijving van het landschap. Plat, vol droge struiken en vooral: kiiiiiiiiiiiiiiilometers lang. Meer dan 1200. Een deeltje ervan omvatte de langste rechte straat in Australiƫ, maar liefst 150 kilometer krak rechtdoor. En Tim die deed dat allemaal maar gewoon :) In nog geen twee dagen stonden we in Norseman, een oude goudstad en de eerste West-Australische vorm van beschaving op onze weg.

Langs de Nullarbor zagen we wel enkele zotte wedge-tailed eagles. Grote arenden met een vleugelspan van meer dan twee meter. Die zitten dan een beetje kwaad te kijken op de baan, terwijl ze aan stukken dode kangoeroe zitten te trekken en sleuren tot er een brok loskomt om te verorberen. Eentje was zelfs zo zelfzeker dat hij niet wegvloog bij de minste beweging, en hij liet de auto's in een bocht rond hem rijden. En dus zat ik ineens oog in oog met zo'n woeste vogel die met zijn kop ruim boven het raampje kwam, zelfs al zat hij op de grond naast de dode roe. Machtig :)

Afin. Vanuit Norseman reden we naar Esperance, voor wie het nog volgt op de kaart. Da's een vissersdorp in het zuiden van de grootste staat van Australiƫ. Er was een nationaal park in de buurt dat volgens mijn Rough Guide zeker de moeite waard was, dus wij daar naartoe. Bosbranden onderweg, maar daar geraken we hier in West-Australiƫ stilaan aan gewend. En mijn boek had niet gelogen: Cape Le Grand nationaal park is intussen gebombardeerd tot een van mijn favoriete parken en ook Tim vond het er echt mooi.
Het is een peninsula, dus overal rondom ons was er strand met fijn, wit zand en woeste golven, turkoois water en hemelse zonsop- en ondergangen.
We beklommen de rots-berg Frenchman's Peak, die er van op afstand uitzag als een pinnemuts :) (omdat er een rots over een gigantisch groot gat hing op de top van de berg) en we wandelden op alle mooie stranden in het park. Tim kreeg er een stuk versgevangen vis van een taxichauffeur die zijn weekends in het park spendeert, al vissend. In nog geen half uur tijd had hij geloof ik vijf of zes dikke zalmen gevangen, en hij nodigde iedereen die (zoals ik) nieuwsgierig stond te kijken uit om ook eens een lijntje te gooien. Ikzelf had geen interesse om een dikke vis te vangen en het dan veel te zielig te vinden dat hij zou doodgaan, dus ik liet het over aan het gezin naast mij :)
De vader had in nog geen minuut een zalm vast, en ook bij zijn zoon duurde het niet lang. Zodra de lijn in het water landde, zag je de gigazalmen zo naar de oppervlakte zwemmen. Miljooooenen, ongetwijfeld ;)
En volgens Tim was het de beste vis die hij ooit had gegeten!

Daarna reden we naar de Stirling Ranges, een ander nationaal park op onze weg naar Albany (we hebben een parkpas voor vier weken, we kunnen er maar beter gebruik van maken ;)). Daar beklommen we de Bluff Knoll, alleen al om zijn grappige naam :). Vermoeiende klim omhoog (de berg was meer dan duizend meter hoog - da's al wat naar Aussie normen). Vanop de top zagen we alle bergen errond, gehuld in een lichte mist, wat er erg mysterieus en voor ons Tasmaans uitzag. De afdaling ging wel snel :)

In Albany vonden we nog een gratis douche (hoera! campinggeld uitgespaard!) voor we doorreden langs de zuidkust. Naar Denmark, Walpole en dan meer naar het noorden, waar Tim een 52-meter hoge brand-lookout-boom in kroop en waar we voor de tweede avond op rij dezelfde mensen zagen op de plek waar wij planden te overnachten (ze hadden dezelfde campingboek :)). En dus voor de tweede avond op rij zitten babbelen bij een gezellig vuur! Zij is een Nederlandse, blij nog eens 'Dutch' te kunnen praten. Ze woont en reist rond Australie met haar Nieuw-Zeelandse vriend. Twee toffe avonden!

Vanuit Manjimup reden we naar het zuidwestelijkste punt van de staat, Augusta, waar eigenlijk niet veel te zien was :) en dan richting Perth, waar we nu in de bieb zitten (met een hatelijk internetsysteem). Morgen of overmorgen rijden we verder naar het noorden en ergens in de komende weken zullen we nog eens wwoofen (en foto's zoeken voor de blog!).

Veel liefs!

Tine

PS: het uurverschil is hier weer anders in West-Australie. Nu is er nog maar zes uur verschil. Acht uur 's ochtends bij jullie is nu bij ons twee uur 's nachts.