dinsdag 19 oktober 2010

Terug thuis

Hallo lezers :)

Nog één laatste blogbericht om jullie te laten weten dat we veilig en blij terug thuis zijn. Het is al een beetje laat, maar beter laat dan nooit, neen? :)

We hebben een zalig jaar gehad, fantastische herinneringen en mooie foto's (en intussen ook af en toe een beetje heimwee). Iedereen is welkom bij ons thuis (gelijk welke 'ons') om foto's te komen kijken en verhalen te komen luisteren!

Intussen zijn we beiden weer in het gewone dagelijkse leven gevallen: Tim maakt zijn thesis en zoekt daarbij een jobke, ik ben vollenbak op zoek naar een job in de journalistiek en combineer dat met hier een daar enkele dagen interimwerk. We wonen elk thuis maar zien elkaar zoveel mogelijk, geen zorgen ;)

We willen graag nog aan iedereen zeggen dat we het heel tof vinden dat jullie ons zo een jaar gevolgd hebben. Het doet deugd te weten dat er mensen zijn die zo met ons meegeleefd hebben :) Waarvoor dank!

Tot een volgende, ergens in België

Tim en Tine

maandag 13 september 2010

De stokjes

Even volkomen onbelangrijk tussendoor:

we leren hier met stokjes eten!


Nu zijn we in Sun Moon Lake, in een tamelijk duur hotel met zicht over het meer. Vanavond zitten we met een Taiwanees biertje op het terras, morgen doen we een rondvaart/fietstocht/nognietbeslist rond het meer en hopen we nog op tijd terug te zijn voor de zonsondergang. Wat wil een mens nog meer :)

Tot later!

zondag 12 september 2010

Taipei

Het is zondag en dus zijn we al vier dagen in Taipei!

Donderdag arriveerden we om 5u40 in de ochtend. De hele nacht gevlogen dus, en niet zo bijster veel kunnen slapen (de zeteltjes zijn niet gemaakt voor lange benen...). Na een hectische busrit plus wat gesleur met onze zware tassen in intussen al dertig graden en na wat gedoe om de juiste straat te vinden (met die Chinese tekens), waren we in ons hotel. Niet bepaald een vrolijke dame achter de balie: we mochten pas in de kamer na 12 uur. Nog ongeveer vier uur doodmoe door de stad gezworven dus :) Maar goed, na enkele koffies en nog eens 3 graden later mochten we in onze airco-kamer :)

We aten 's avonds in een restaurantje van iemand die ons overdag al wat Chinese gewoontes had bijgeleerd :) We moesten zelfs niets betalen, en ze hielpen ons de volgende dag uit te stippelen. Bijzonder vriendelijk!
Er zaten wel duizend kleine garnaaltjes in mijn vegetarisch slaatje (al had hij nochtans heftig geknikt toen ik zei 'no meat, no seafood'. Ach ja, Tim vond het lekker ;)).

Vrijdag zijn we dan met de MRT (de Metro) naar de Maokong Gondola gependeld. De nieuwe metro's hier hebben geen bestuurder, wel nog stoer. De 'gondola' is een kabellift die helemaal tussen de tempels, over het regenwoud en langs de hoge gebouwen van Taipei naar de top van een van de omringende bergen gaat. Met schitterende zichten, natuurlijk. Ook zijn we onderweg eens gestopt om een tempel te bezoeken (die, zo las ik achteraf, eigenlijk ongeluk brengt voor koppels. Oepsie, misschien daarmee dat ze ons zo bekeken? :))
Na de gondola namen we de MRT naar Danshui, een stadje twintig kilometer boven Taipei, met een bekende 'wharf' en veel kleine shops. Fiets gehuurd en er wat rondgereden in de welgekomen bries :)
En dan onderweg terug naar het hotel zijn we nog een paar uur gestopt aan de Shilin Night Markets. Véél te druk, overal neonreclame en vooral een zeer doordringende stank, maar nu hebben we dat toch ook eens meegemaakt :)

Zaterdag was het om negen uur 's morgens al 34 graden, en zoals gewoonlijk bijzonder vochtig. Onze voetjes waren nog steeds pijnlijk van de zware dag gisteren, dus hebben we het rustig aan gedaan. Koffie gedronken en wat op internet de prijzen voor camera's vergeleken. En toen het begon te stortregenen zijn we dan maar gaan eten en erna op Tims groot scherm nog enkele films gekeken in de airco van ons hotel. Vakantie!

Vandaag hebben we Taipei 101 bezocht, tot in 2004 de hoogste toren ter wereld, tot die in Dubai hem inhaalde. Wel toch nog een impressionant geval van meer dan 530 meter hoog. We zijn met de snelste lift ter wereld (naar de 83e verdieping in 37 seconden!) naar boven gesjeesd en hebben er wat tussen de groepen Aziaten rondgelopen :) Schoon zicht, dat wel!

Nu heb ik nog maar enkele minuten over van mijn internettijd (in een cybercafé). Ik heb zopas ook nog een stuk gepost dat ik al enkele dagen geleden schreef, dat kan je hieronder lezen!

Groetjes!

Tine

Mijn verlanglijstje…

Over iets minder dan een week zijn we terug thuis! Ik kijk stilaan dus echt uit naar enkele Belgische lekkernijen die ik niet eens allemaal zo lekker vond toen ik ze nog dagelijks kon verkrijgen :)

Koffiekoeken van de bakker, dat is mijn ultieme nummer één. Ook frietjes op Belgische wijze, met goeie mayonnaise en een kaaskroket, jummie! Af en toe dwalen mijn gedachten zelfs af naar Belgische chocolade, iets waar ik eigenlijk niet eens zo gek op ben. En normaal brood! Met granen en niet samenduwbaar en alleen geschikt voor toast. En een frisse pint, oh daar kijken we ook echt naar uit. Een trappist, nog liever :) En lekkere kaas, niet van die zweterige, brokkelige toestanden die allemaal hetzelfde smaken, namelijk naar niets :) Oh en zelfgemaakte wafels!

Natuurlijk kijk ik ook uit naar shoppen, fietsen, de weg goed kennen, Nederlands kunnen praten :), vertrouwde gezichten zien en veel veel meer.

Maar nu we Australië buiten zijn, begint het gemis ook al een beetje te kriebelen… Onze auto (die verkocht is voor een veel te schappelijk prijsje aan een koppel van Kortrijk), onze Australische vrienden, kunnen praten over de mensen zonder dat ze je verstaan (hihi), de mooie natuur, de ruimte en de dieren, de wow- en de fotomomenten, het ‘alles mag en niets moet’,… Zucht.

dinsdag 7 september 2010

De laatste dag in Australië

Elf maanden later...

Vandaag is onze laatste dag in Australië, morgen nemen we het vliegtuig naar Taiwan. Ik had het niet zo gedacht, maar het is echt snel voorbij gegaan. En tegelijk ook niet. We hebben hier zoveel meegemaakt, ontmoet en bewonderd, en ik herinner me nog bijna elke dag.

Onze auto is bijna verkocht. Een Belgisch koppel arriveert donderdag, als wij net weg zijn. Luke gaat hen de auto tonen en als alles is zoals we hebben gezegd, betalen ze ons. In totaal hebben we flink verloren op de auto, maar het belangrijkste is dat er tenminste een koper is en dat wij er zelf een fantastische tijd in hebben gehad! (En veel moeite om afscheid te nemen van onze V6...)

Het volgende avontuur is dus Taiwan. We hebben ons hotel voor de eerste twee nachten al geboekt, het Flowers Hotel (hihi). Ik ben er nog niet in geslaagd ook maar iéts wijzer te worden van de Chinese taal, dus dat wordt daar nog gezellig :)
Ik vermoed dat ik zal leven op 'plain rice, please' en wat fruit dat ik herken. Om hond, slang en ingewanden te vermijden!
Het zal daar alvast (te?) warm zijn, da's al iets. We hopen een tour rond het eiland te vinden, in zo'n vijftal dagen. Dan nog een nacht in Taipei en vrijdag de 17e het vliegtuig op naar huis!

Intussen is mijn selectie (van onze foto's) ook afgeraakt. Zodra we thuis zijn, ga ik ze laten printen en in albums hangen. En dan is iedereen welkom om te komen kijken :)

Mijn plan is om over Taiwan zeker nog iets te schrijven op de blog. Tijdens de reis (als er internet te vinden is) of erna, dat weet ik nog niet.

En nu maar hopen dat we een goede piloot en een stevig vliegtuig hebben...

Gegroet en tot over anderhalve week!

Tine

donderdag 26 augustus 2010

Ons Ula

Hallo daar :)

't Is alweer even geleden maar dat komt gewoon omdat we in verhouding met de vorige maanden niet zoveel meer beleven :)

We zijn op ons werk opgeschoven in de 'ranking'. Omdat veel backpackers die er al lang waren ineens massaal naar Cairns gevlogen zijn, mogen wij nu ineens elke dag komen. Ons hoor je niet klagen! Maandag is wel onze laatste dag, omdat het dan 'payday' is en we erna onze bankrekening moeten gaan afsluiten en nog vanalles moeten regelen, zoals taxback en pensioensparen terugvorderen...en onze auto kwijtgeraken.

Daarover even. Het is hier nog steeds moeilijk om onze auto te verkopen. Voorlopig hebben we nog geen reacties gekregen, en we hebben wel al echt ons best gedaan, via drie sites en affiches in een tiental hostels. Daarom dus deze oproep: heeft niemand enkele vrienden thuis die zeer binnenkort naar Australië afzakken? We kunnen gerust een vriendenprijsje maken! Het kan dan ook in euro betaald worden en zo besparen we beiden het geld voor de wisselkoers. Meer informatie over de auto voeg ik onderaan dit bericht toe. Stuur gerust door naar wie geïnteresseerd kan zijn! We vertrekken hier op 7 september maar voor een paar dagen verschil valt er wel een oplossing te verzinnen.

Onze belevenissen dan. In het weekend zijn we vooral heel moe :)
Vorige vrijdag hadden we een viking-verjaardagsfeestje bij Manny, compleet met vikingbuffet en al (lees: geroosterd varken en lam, groenten uit het vuistje en vettige patatten :)). Het was er wel gezellig en iedereen had zich verkleed :)

Zaterdag zijn we met Annelies, een vriendin van mijn vriendin Marlies, die ook nog een paar dagen in Sydney was toen, naar het Australian Maritime Museum geweest hier in de Darling Harbour. 't Was gratis en goed weer, dus waarom niet? Daarna gezellig koffie gaan drinken op een terrasje, iets waar ik al maanden Tim de oren van het hoofd voor zaag maar waar we tot nog toe nooit echt geld voor hadden :)

Zondag waren we dan naar een optocht gegaan tegen de klimaatverandering. Overal organisaties, gesteund door de groene partij, met speeches en scanderen en een trommelkorps en spandoeken. Wel een toffe sfeer en ik had dat nog nooit echt gedaan, eigenlijk. Dat was dus de zondag voor de verkiezingen....

...die hier een beetje doen denken aan de Belgische situatie. Voorlopig is er geen regering en dat kan blijkbaar nog tot in november duren (!), zeggen ze nu al. De twee grote partijen, Labour en de Liberals, hebben evenveel zetels (de laatste keer dat ik het hoorde, maar er moesten nog een stuk of drie zetels verdeeld worden). Een soep dus. Zoals bij ons. Of is er intussen al schot in de zaak gekomen?

Straks komen Luke en Ingrid op bezoek, ik maak misschien nog koekjes zometeen :) Morgen gaan we weer werken en dit weekend gaan we terug naar alle hostels waar we onze affiche hebben opgehangen, om te zien of ze er nog hangt en om de prijs wat te doen zakken... Op hoop van zegen...
Misschien komen er volgende week ineens duizenden backpackers toe in Sydney en willen ze allemaal onze auto kopen! Voorlopig nog geen enkele telefoon gekregen en te zien aan te andere affiches die omhoog hangen zit iedereen met hetzelfde probleem, want de prijzen zijn meerdere keren doorstreept en verlaagd...

Tot snel!
Tine

Meer info over onze auto:

Holden Commodore VS (1996) - stationwagon
Slechts 187.000km!

Registratie: ULA 304
Zwart (= een voordeel, wie wil weten waarom kan ons mailen!)
Veel ruimer (in de breedte) en krachtiger (onze = V6-moter) dan Europese auto's
De grootste troef zijn de kilometers: amper 187.000km
In zeer goede conditie, goed onderhouden, altijd op tijd geservicet
Betrouwbare, sterke en zeer ruime stationwagon
De perfecte backpacker auto om veilig en goedkoop mee rond Australië te reizen

4 nieuwe banden
nieuwe remmen vooraan
nieuwe batterij met twee jaar garantie
olie vervangen elke 5.000km
nieuwe radio die cd's, mp3, mp3-cd's en aux speelt
perfecte airconditioning, twee sleutels met afstandsbediening,...
4500 Australische dollar, of prijs overeen te komen
suggesties welkom!

onze auto wordt verkocht met al het kampeergerief dat je nodig hebt:
- dubbele matras die perfect in de koffer past
- dubbele dons met overtrek en twee kussens
- alle potten, pannen, bestek, kommetjes, bekers, borden,... plus afwasmiddel, -handdoeken, afwasbassin,...
- wasdraad, wasspelden, waspoeder
- gasvuurtje en reserve gasflessen
- 'camping in Australia'-gids (dik boek)
- 2 kampeerstoelen
- gordijnen en zonneblokkeringstoestanden
- douchezak (20l)
- frigobox en een soort koelbox voor 2l water
- grote buigbare plastic mand voor schoenen, was, whatever
- verschillende zakken, hangers en opbergzakken om alles te sorteren in de auto

Wie arriveert als wij al weg zijn of net ervoor, krijgt ook nog onze Australische sim-kaart en onze pre-paid usb-stick voor internet (80 dollar waard!)

We zijn hier te bereiken via ons gewoon e-mailadres, of ons Australisch nummer (0061)(0)451 149 182 of (0061)(0)405 593 177 voor vragen of gelijk wat!

Doorsturen die handel! :) Dankuzeer!






woensdag 4 augustus 2010

Onze week

Voor wie graag nog een beetje volgt wat we hier in Sydney allemaal meemaken: een update!

Onze auto staat online. Na twee weken is er helaas nog maar één reactie gekomen en die is nogal verdacht. Een scammer, wellicht. Dus eigenlijk nog geen nieuws. We hopen dat het wat zal verbeteren zodra de vakantie in Europa haar einde nadert en er veel Europese backpackers naar Australië afzakken :) We'll keep you posted.

Intussen hebben we 'm wel nog wat 'nieuwer' gemaakt. Uit noodzaak... We denken dat iemand tegen onze auto is gereden met een uitstekend deel en zo onze hele achterruit heeft verbrijzeld. Of misschien is ze expres uitgeslagen, maar dan hebben de vandalen toch niets gestolen (niet dat er iets te stelen valt :)). Afin, de politie kon niets doen en aangezien we ons als niet-residenten niet konden verzekeren tegen zulke dingen, moesten we zelf voor de 250 dollar opdraaien. Maar ja, niets aan te doen.

We hebben de voorbije drie weken niet veel kunnen werken, want het is zeer rustig in het magazijn. Helaas voor ons. Deze week is het wel beter, en hopelijk blijft het zo!

Maar we houden ons bezig op werkloze dagen. We zijn al meerdere keren naar gratis feestjes geweest in 't stad. Luke en Ingrid hebben een contactpersoon die opvolgt waar er openingen en 'galleries' en andere feestelijke bedoeningen zijn waar er gratis drank vloeit. Wel tof, want zo kom je op plaatsen waar je anders nooit zou komen en zie je dingen en mensen die je anders nooit zou tegenkomen. Zo zijn we naar de opening van 'Nudie Jeans' geweest, waar ze ons Heineken probeerden te geven, hah, mooi niet! We zijn ook naar verschillende tentoonstellingen geweest waar de schilderijen minimum 2200 dollar kostten :O en waar er veel fotografen, journalisten en raar volk rondcrosste, we gingen naar een 'Battle of the Bands',...

We hebben na al die maanden rondtouren ook eens onze auto gewassen! Eindelijk het rode outback-'zand' van onze auto gewreven :) Er stond een mooie oranje plas onder de auto toen we klaar waren, en de binnenkant is nog steeds rood-oranje in alle onmogelijke hoekjes en kantjes! En dat ondanks Tim met zijn carwash-ervaring ;)

Zondag zijn we gaan varen met Luke, Ingrid en Lukes vader Richard. Toen Luke klein was, gingen ze altijd op het zoute water van de getijdenrivier in Caringbah en Cronulla. Dus terug naar daar, wat voor ons wel tof was want van op het water zagen we de plekken waar we in die eerste maanden in Cronulla wandelden, gingen joggen of zwemmen,... We voeren naar waar de gewone rivier in het zoute water stroomde en waar we ons weer in de onbewoonde wereld waanden. Terug geraken was wel even een hachelijke situatie, want het water was nogal gezakt en we zaten met onze kiel in het zand, oeps :) We gingen ook even de zee op en zagen zo'n 200meter van ons ineens een giga bultrugwalvis uit het water springen! Wow :)
Toen de stormwind opzette en de zon stilaan onderging zijn we maar terug aan land gegaan. Geslaagde boottocht!
En die nacht stormde het inderdaad, de ergste wind in zeven jaar! 't Was nogal heftig, ja. Ik dacht dat onze ramen gingen kapotwaaien! :)

We hebben vorige week ook eindelijk onze Sydney-vrienden teruggezien! Iedereen was heel enthousiast dat we terug waren en ze hoopten dat we hier nog lang zouden blijven voor we terug naar België vliegen ;)

Voor wie graag meer weet over onze vluchten: ze liggen vast! Op 7 september reizen we naar Taipei (arriveren de 8e) in Taiwan, en op 17 september vliegen we naar Schiphol, waar we op 18 september om 9u10 arriveren. Net op tijd voor het trouwfeest van (neef) Wouter en Esther! :)

Hoe gaat het daar intussen? Volop zomer, dus iedereen is druk bezig met vanalles en nog wat?

Veel groetjes!

Tine x

woensdag 21 juli 2010

Van Brisbane naar Sydney

Onze vorige post dateert al van Brisbane, dus ’t was dringend tijd voor meer nieuws! We horen dat het in België intussen schitterend weer is. Hier zitten we midden in de Australische winter, wat hier in Sydney neerkomt op meestal zonnige maar koude dagen, te vergelijken met ‘eind oktober’ in België. Jullie zullen er dus allemaal een pak bruiner uitzien dan wij! :)

Een overzichtje van de voorbije weken.

Opgezette dieren

In Brisbane hebben we alle bezienswaardigheden in één dag gepropt. Vooral ‘The Museum’ was wel de moeite, met alle dieren die in Queensland voorkomen, opgezet (meestal verkeersslachtoffers…). Er waren ook zondagse marktjes, onvriendelijke mevrouwen in de I en kleurige ballonnenblazers overal in de winkelstraten. We sliepen zo’n 60 kilometer onder Brisbane, in Beaudesert.

Regenwoud

Van daar naar Lamington National Park, het zuidelijkste deel van Queensland en het eerste rainforestpark in een reeks van euh.. veel. We wandelden vijf kilometer naar beneden, naar Blue Creek (waar het heel slipperig was en ik spectaculair tegen de grond ging, oeps). Om erna dus die volle vijf kilometer opnieuw omhoog te klimmen. Terug ‘boven’ bewonderden we de Crimson Rosella’s die gevoederd werden door een hoopje bejaarden op bezoek.

’s Anderdaags reden we helemaal tot aan de Gold Coast, een beetje het Blankenberge van Australië. Maar dat moesten we toch ook eens gezien hebben. Overal appartementen aan de kust! Dat waren we al lang niet meer gewoon… Het was nog maar negen uur ’s ochtends maar het strand liep bomvol met sporters, jonge gezinnen met kinderen, giechelige meisjes en –jawel! – zwemmers!

Van de Gold Coast naar Springbrook National Park, ook regenwoud. Het meest memorabele bos van onze trip, vond ik. Heel mistig, met bomen vol mos dat in slierten naar beneden hing, bomen van duizenden jaren oud (Antarctische eiken, als ik het me goed herinner), overal lianen en een bijzonder akelig, mystiek geheel.
Voorts was er in dit park ook de ‘Natural Bridge’: een grot waarvan een deel van het plafond was ingestort. Door dat gat stroomde een waterval. Uniek, dat zeker. En ’s nachts is het plafond naar ’t schijnt verlicht door miljoenen glimwormen. Maar zelfs overdag vond ik het echt iets speciaals.

Terug in New South Wales

Onze derde dag door park en bos. De Border Ranges deze keer, al in New South Wales. Hier vallen we niet meer op als ‘toeristen’ met onze NSW-nummerplaat :) De Ranges waren ‘drive-through’, maar echt heel veel viel er niet te zien. Wel enkele schone lookouts onderweg. Omdat het de hele dag regende, schuilden we ’s avonds op een camping met een lekker warme douche :) Er was geen ‘office’ aan de camping; de mevrouw woonde gewoon zelf in een caravan achteraan ergens :)

Nog regen 's anderdaags. Dus spendeerden we de dag in de auto en stapten hier en daar uit om iets te bezien. Coffs Harbour, langs de kust, was een vissersstadje waar de zee heel woest tegen de rotsen en de haven beukte. Een beetje Bretoens, zeg maar.

Naar Dorrigo de dag erna. Watervallen en een 'ranger'geleide wandeling door tropisch regenwoud met langs de rand een stuk ‘temperate’ regenwoud. De ranger was heel enthousiast en dat werkte nogal aanstekelijk. Maar we hadden intussen al veel regenwoud gezien en konden wellicht zelf al een groep leiden en informeren :) We reden diezelfde dag nog naar Nambucca Heads, waar we werden tegengehouden door de politie die ons verkeerdelijk beschuldigde van te snel rijden. Gelukkig geen boete gekregen :)

Walvissen!

Onze volgende stop was Port Macquarie waar we een douche moesten zoeken en ineens een goedkope walviskijktour vonden. Wij direct geboekt :) De bestuurder waarschuwde ons voor vertrek ‘This is the fastest boat in the universe. It has only one speed: fast’. En hij had niet gelogen! Maar twaalf mensen met reddingsvest in een bootje met opblaasbare randen en twee motoren. We vlogen over de golven en vielen dan altijd met een smak terug op het water. Zelfs al zouden we geen walvissen zien, dit was al fantastisch :) Maar we zagen er wel!
We voeren aan een schone snelheid naar de open zee, waar we al snel twee humpback whales (bultrugwalvissen) zagen, op hun doortocht naar de warmere noordelijke waters. Omdat onze boot zo snel ging, konden we ook snel naar een walvis varen als we ‘r een zagen. Tegen het einde van onze trip (die helaas maar een uurtje duurde) zaten er twee dikke mannelijke humpbacks tussen onze boot en de twee bootjes die ons gevolgd waren aan de ‘overkant’. De walvissen raakten stilaan aan ons gewend (stille motors) en begonnen wat te spelen. Rond hen zaten er ook dolfijnen die met de walvissen en met de boten kwamen spelen :) Ineens hoorde ik die walvissen tegen elkaar praten! Meer zelfs, ik hoorde hen onder onze boot zwemmen! En inderdaad, iets later kwamen ze langs onze andere kant weer naar boven. Waarop een van die twee begint te splashen met zijn staart. Wel dertig keer sloeg hij zijn gevaarte op ’t water. Wow! We moesten dan terug naar de haven, maar de chauffeur deed wat extra bochten en ging aan topsnelheid, waardoor we allemaal met wiebelende beentjes uitstapten :) Maar het was héél tof!

De wijnvallei

11 juli. Feestdag bij jullie. Wij hadden de nacht gespendeerd aan een groot meer, waar het niet alleen rustig maar ook heel schoon was. Het gras was er oranje en de vogels heel stoutmoedig :) We besloten naar de Hunter Valley te rijden, de oudste en meest bekende wijnstreek in Australië. We reden van de ene winery naar de volgende en proefden overal een beetje. Eentje had een heel mooi uitzicht over de vallei. We kochten wat cadeauflessen voor onze maten in Sydney van wie we een tent mochten lenen en zo. Het regende de hele dag, helaas. ’s Avonds reden we nog langs Newcastle naar een stopplaats langs de snelweg, om ’s anderdaagsochtend naar Sydney te rijden…

Ons appartementje

Luke, onze huisgenoot bij Nonna in de eerste maanden, had tijdens onze afwezigheid een appartement gekocht. Hij mag het zes maanden nog niet verhuren en is niet geïnteresseerd om er zelf in te gaan wonen, dus stelde hij ons voor dat wij er voor een klein prijsje (voor water, gas en elektriciteit) mogen wonen zolang nog nodig. Heel tof, want nu hebben we onze eigen plek die tamelijk dicht bij ons werk is. Er zijn alleen geen meubels :) maar we trekken onze plan! Luke vond ons een tv langs de weg en we hebben onze kampeerspullen uit de auto, dus we hebben niet te klagen! We hebben uitzicht op de Anzac Bridge en de skyline van Sydney die 's nachts heel mooi verlicht is. Gordijnen hebben we alvast niet nodig ;)

We mochten vorige week vier dagen gaan werken, wat wel heel nodig was, financieel gezien :) We werken voor onze dagelijkse uitgaven en 'huur' hier, om de registratie te vernieuwen van onze auto (rond de achthonderd dollar!) en we willen bovendien nog genoeg verdienen om iets meer dan een week naar Taipei te kunnen. Deze week was er nog geen werk, helaas, maar we hebben dan wel al allerlei andere zaken kunnen regelen. Onze laptop is intussen gemaakt, we kijken uit voor het goedkoopste prepaid internet en zijn al verschillende keren naar Sydney Stad geweest om er post en pakketjes op te halen, te informeren bij China Airlines over een stop in Taipei, een advertentie te maken om onze auto te verkopen,… En onze todolijst is nog lang!

We zijn voorts al naar Taronga Zoo geweest met gratis tickets van Lukes werk en we hebben Toy Story 3 gezien in 3D op het grootste Imax-scherm ter wereld. We kijken ook uit naar het eerste feestje van onze Sydneymaten, zodat we iedereen terugzien!

Maar het allerbelangrijkste… Het is ons dus gelukt... We zijn heel Australië rondgereden! We hebben intussen meer dan 35.000 kilometer gedaan, gaven meer dan drieduizend dollar uit aan petrol alleen, zagen ongelooflijk schone plaatsen, maakten gemiddeld 100 foto’s per dag,... We zijn heel fier op onze prestatie!

Tot gauw!

Tine

zondag 4 juli 2010

Fluovissen, platypussen en stinkende koala's

Van Townsville reden we recht naar Bowen om er te zwemmen in Horseshoe Bay. Er lag heel wat koraal (grijs skelet) op het strand, als voorproefje op wat we de dag erna gingen onderzoeken... :)

We reden diezelfde dag nog van Bowen naar Airlie Beach en ook de drie Vlamingen gingen mee. Direct een tamelijk goedkope camping gevonden en ons verdiept in de miljoenen flyers en brochures over de Whitsunday Islands. Omdat die jongens dat al van plan waren en wij ontdekten dat zo een dagtrip maar de helft zo duur was als we dachten, en omdat je het Great Barrier Reef gewoon moet zien, gingen we mee!

De boot was al een beetje oud, met niet zo'n ideale plaats om rond te kijken. En ondanks mijn pilleke was ik al snel misselijk :) Maar niet getreurd, ik heb er zeker van genoten! We bezochten een lookout van waar je alle Whitsunday eilanden kon zien slash fotograferen en wandelden door tropisch regenwoud, rustten een uurtje uit op het knisperige, witte zand van Whitsunday Beach, aten buffet op de boot en gingen daarna - eindelijk! - snorkelen. Met giga zwembril en snorkel, wet suit en zwemvliezen zwommen we eerst een heel diep stuk over om dan in het ondiepere water koraal en vissen te gaan bewonderen. Alle mogelijke groottes, kleuren en vormen - zowel koraal als vissen. Er was een hele grote fluoblauw-met-fluogroene vis die lipkes had en van het koraal smulde, er was paarsig koraal dat zich terugtrok in een schelp als je erover zwom, er was oranje koraal dat stond te wuiven in het water, ik zag heel veel kleine visjes in alle mogelijke kleuren,... Ik hoef wellicht niet meer te zeggen dat ik het fantastisch vond? En Tim vond dat ook, natuurlijk!

Vanuit Airlie Beach reden we naar Eungella National Park waar we platypussen zagen, ook wel vogelbekdieren genaamd, en er zaten ook vrolijke schildpadden rond te zwemmen :). (We hebben de platypus je groetjes gedaan, Guido!)
Na Eungella reden we naar Noosa National Park, waar we 'almost certainly' koala's zouden zien. Aangezien we er nog geen gezien hebben in het wild was dit dus de uitgelezen kans. Een bord gaf aan dat je ze eerder kan ruiken dan zien, omdat ze een beetje stinken. We hebben heel hard ons best gedaan en heel de tijd rondgekeken en -geroken, maar geen koala te bespeuren... Spijtig! Het park zelf lag naast de zee met schitterende uitzichten en was wel de moeite, ondanks mijn ontgoocheling :).

Van Noosa naar Eumundi, naar de grootste markt van Australie in een godvergeten klein dorp. Niets gekocht, wel rondgewandeld :) En van daar dan via de Sunshine Coast en een omwegje langs de beboste bergen en groene valleien van het Hinterland verder naar het zuiden. Gisteren beklommen we de Glasshouse Mountains. Vandaag zijn we in Brisbane. We schatten rond half juli terug in Sydney te zijn, om er meteen te gaan werken (in dat bedrijf waar we in februari werkten). We hebben een nieuwe registratie (rond de 800 dollar) nodig voor de auto, voor we die kunnen verkopen, maar eerst hebben we dat geld nodig natuurlijk :) En in die anderhalve maand verkopen we dan onze auto, regelen we alles wat nog gedaan en afgesloten moet worden en plannen we een tussenstop in Taipei voor een dag of tien voor we terug naar Belgie afzakken. Nog een strak schema dus :)

Veel groetjes!

Tine

donderdag 24 juni 2010

Darwinicious

Het was goed heet in Broome, maar we waren er nog niet vanaf. Onze airco was er gelukkig gemaakt, al moesten we ons ook nog een nieuwe batterij aanschaffen. Maar afin, we konden weer voort. Vanuit Broome reden we naar Darwin, zo’n 1500 km. We konden niet de avontuurlijke 4WD-baan volgen, dus gingen we nogal snel over de gewone snelweg. Het landschap veranderde pas toen we bijna aan het einde van de Kimberley (zo heet die regio daar) waren: hoge bergen langs beide kanten van de snelweg, prachtige kleuren in het avondlicht. We kampeerden telkens op een rest area langs de baan, tussen wel minstens twintig miljoen caravans :) Een van die rest areas lag een beetje weg van de baan. Over een riviertje en dan tussen de bomen. Er stond een groot bord dat waarschuwde voor krokodillen. Maar ach, bij ons staan er toch ook altijd bordjes op de autostrade die waarschuwen voor overspringende herten? Ooit al een gezien? :) Maar hier was het dus ‘voor echt’. Wij hebben de krok niet gezien maar onze geburen wel. Het begin van Crocodile Country!

We reden over de grens met Northern Territory en gingen zwemmen in verschillende hot springs (bijzonder aangenaam!). We bezochten Litchfield National Park, waar het ook veel te warm was maar waar we ‘s ochtends wel een duik konden nemen in een krokodilvrije poel. Van waterval naar gorge en dan weer het park uit om het Territory Wildlife Park te bezoeken. Echt de moeite. Oog in oog met een van die gigantische ‘salties’ (zoutwaterkrokodillen die ook in zoet water leven). Hij zat in een aquarium en lag onbeweeglijk met zijn oogskes boven water terwijl wij enkele foto’s maakten en besloten dat een krokodil toch maar saai is, toen hij zich net eens ging keren. Het aquarium was een beetje hoger dan de grond, dus toen hij met zijn hoofd onder water was, stonden we ineens heel letterlijk oog in oog met die bijna vijf meter lange griezel. Toen heb ik maar besloten dat als DAT in de rivieren zit (en er zitten er veel!), dat ik er mij misschien toch niet meer in ga wagen… Brr!

En van daar naar Darwin, een aangename stad. Twee keer verwoest door een stevige orkaan en in de Tweede Wereldoorlog nog eens gebombardeerd door de Japanezen (op één dag was de stad helemaal in brokken). Veel hebben wij er niet van gemerkt. De State Library had wel van die ijzeren versterkingen achter de ramen, maar voor de rest is alles gewoon voor de zoveelste keer mooi heropgebouwd. Wij waren er op een donderdagavond, en dan is er net markt op Mindil Beach. Veel kraampjes met juwelen, kleren, zelfgemaakte dingen en eten (er was zelfs een kraampje met ‘You kill it, we grill it’, waar ze krokodil- en emoe- en kamelenvlees verkochten, zogezegd ‘roadkill’, maar dat betwijfel ik). Er was ook een artiest die alles kon met vuur. Gezellige avond!

Van Kakadu naar Uluru

Vanuit Darwin reden we naar Kakadu National Park, het bekendste Australische nationale park en tevens de setting van de alombekende Crocodile Dundee-film. Omdat we ineens 25 dollar per persoon moesten betalen, gewoon als toegangsprijs, hadden we er al wat minder zin in. Bovendien waren er nog heel veel wegen gesloten, waar de rivier nog over de baan liep, of waar er geen baan meer was na de allesmeesleurende stormen van het ‘Wet’. Maar we hebben er het beste van gemaakt (we hadden dan toch al betaald…) We bezochten Ubirr, een van de best bewaarde Aboriginal art-sites, en we wandelden door wetland, rainforest en ongeveer alles wat Kakadu op het moment te bieden had. We gingen ook gratis zwemmen in het zwembad van het resort dat midden in het park lag. Hihi :) Al bij al niet ons favoriete park, maar we zijn er dan toch eens geweest ;)

Na Kakadu kwam Uluru. We reden in enkele dagen naar Alice Springs, waar het ineens net niet vroor ‘s nachts. En waar we twee nieuwe voorbanden nodig hadden. Zucht. Maar we hebben dan ook wel al meer dan 28.000 kilometer afgelegd :) En dus deden we ook die vierhonderd kilometer naar Uluru/Ayers Rock zonder verpinken. Weer 25 dollar toegang per persoon, verdorie. We wandelden de zeven kilometer door Kata Tjuta en de tien kilometer rond Uluru in één dag en keken erna nog naar de zonsondergang die de bekendste steen van Australië felrood kleurde.

Van Uluru dan terug naar het noorden, naar de West MacDonnell Ranges (ten westen van Alice Springs). Toegegeven, dat was een van de mooiste zichten die we in een tijd gezien hadden. Beter dan Kakadu alleszins en stukken minder toeristisch dan Uluru. En we moesten geen toegang betalen, woehoew!
De Ranges waren ruig en wat de Australiërs ‘unspoilt’ noemen. We kampeerden er aan een gorge en werden gewekt door de huilende dingo’s die kwamen drinken aan het ‘waterhole’ dat tussen metershoge rotsbergen lag. Het zwarte water weerspiegelde die rood-groene bergen en je kon er uren slijten: zittend, wandelend, klauterend of zwemmend. We zagen er nog meer van die ‘gorges’ met water. Impressionant en heel erg de moeite, vonden we.

Naar Townsville

Intussen zijn we de Ranges uit en hebben we de verplichte 500 kilometer terug naar ‘boven’ afgelegd en zijn we aan Threeways de Barkly Highway gevolgd tot in Townsville. Onderweg hebben we onze eerste Belgen ontmoet, drie gasten uit Sint-Katelijne-Waver. We hebben al drie dagen samen gereisd. Veel gelachen, eten gedeeld, “wappelsap” gedronken en kampvuurkes gemaakt (‘t zijn ook drie scouten!). Intussen zijn we in Townsville, waar de zon schijnt en er, zoals overal al in Queensland, wegenwerken zijn. Morgen rijden we naar het zuiden, langs de kust.

Tot later!

donderdag 10 juni 2010

Van de Bays naar Broome

Vrijdagochtend 28 mei vertrokken we in Nanson met een zak vol fruit, een fles versgeperst fruitsap en een hoop sla en tomaat. Genoeg vitamientjes dus om tot gisteren toe te komen!

We reden van Nanson naar Kalbarri, waar we ineens weer moesten wennen aan de zon, en van daaruit naar Shark Bay. Het bekendste stadje daar in het meest westelijke punt van Australië is Monkey Mia, waar een kolonne dolfijnen dagelijks op bezoek komt. Wij waren een beetje te laat voor de dolfijnen, maar zagen wel prachtig water met heel veel zeegras (waar zeekoeien komen grazen!) en supermooie uitzichten vanop de kliffen.

Tegenwoordig slapen we meestal langs de baan omdat de bezienswaardige steden allemaal veel te dure caravanparken hebben en je er niet ‘wild’ mag kamperen. Na Shark Bay reden we door Carnarvon naar Coral Bay, een resort aan het turkooisblauwe water, waar je kan snorkelen op enkele tientallen meters in zee. Wij dus zwemgerief aan en duikbril opgediept en gaan “snorkelen”. Vermoeiend als je zo constant om adem moet gaan happen, maar alles onder water was zeker en vast “adembenemend” ;) Superveel minivisjes in alle kleuren en maten, zo’n meter onder je tussen de slavormige, roosvormige, dodetakkenvormige,… koralen. Dat vond zelfs ik - bang van de zee - heel heel tof!

Van Coral Bay reden we via het binnenland naar Karijini National Park - in de hitte - om er twee dagen boven en in de gorges rond te lopen. Van bovenaf zijn het donkerrode stenen in laagjes tot in de diepte, en als je erdoor loopt zie je overal groen, kleine watervalletjes en kleine oases : ) Vreet schoon!

Na Karijini stopten we nog even in Port Hedland voor wat inkopen voor we in een ruk naar Broome doorreden, met een kapotte airco… Nu zitten we dus sinds woensdag in Broome. We zijn al gaan zwemmen en hebben een parelwinkel ontdekt (ik natuurlijk in extase : )) en zijn gaan tweedehandsboekshoppen (we lezen te veel en te snel : )), hebben de zonsondergang gezien (en de kamelen met mensen die veel willen betalen om op zo’n stinkertje de zonsondergang te gaan bekijken),… Vandaag moeten we onze airco laten maken om dan in enkele dagen naar Darwin te rijden, met enkele stops in de Kimberley.

Hoe gaat alles daar intussen? Bijna verkiezingen!

Groetjes!

Tine en Tim

ps. ondertussen zijn we al in Darwin met maar 30 minuten internet dus de rest volgt later net als de foto's

vrijdag 4 juni 2010

Pech

Had ik net een mooie lange blogpost getypt en hadden we net internet in Broome, is er toch wel geen usb-ingang aan de computer zeker?!

Ik post het later want opnieuw typen is nogal veel werk...

Tot in Darwin!

TnT

dinsdag 25 mei 2010

Roadtrippin'

Het kaartje onderaan onze blog is aangepast. Je moet behoorlijk uitzoomen om het een beetje te kunnen volgen, maar je zal snel merken dat we intussen een heel stuk verder zitten!

Groet

maandag 24 mei 2010

Wwoofing in the west

We zitten in de Chapman Valley, een dertigtal kilometer ten noordoosten van Geraldton, dat ook alweer vierhonderd kilometer boven Perth ligt.

Perth is klein en wel gezellig. We spendeerden er bijna twee dagen, vooral in de bieb (om onze computer te proberen herstellen, nu het virus eraf is. Maar het virus heeft voor Tim het weg kreeg enkele vitale Windowsfuncties uitgeschakeld, zoals geluid en internet. Voorlopig nog geen succes...).

Na Perth reden we naar het noorden. We stopten in The Pinnacles, een spectaculair gezicht. Overal in het zand staan er stenen pilaren in verschillende diktes en groottes, maar het geheel doet nogal mysterieus aan. Helaas was het zo ongeveer veertig graden en waren we er knal op de middag. 's Avonds moet het daar ongetwijfeld nog mooier zijn! Maar we waren er toch een beetje van onder de indruk anyway!

We reden via de zee (parallelweg van de grote snelweg) verder naar het noorden, maar we mochten nergens blijven slapen (1000 dollar boete, ranger patrols,..) dus moesten we maar blijven rijden. Uiteindelijk hebben we onze kampeerboek gevolgd naar een gratis slaapplaats in een natuurreservaat 70 kilometer landinwaarts, maar die plek bleek ineens ook 6.50 dollar per persoon te kosten! Dus honderd meter buiten het reservaat langs de kant van de gravelbaan ons kamp opgeslaan ;)

Daarna spendeerden we het weekend in Geraldton en maandag reden we naar onze wwoofplek in de Chapman Valley, dertig kilometer verderop. We lieten eindelijk eens onze post uit Sydney overkomen (dankudanku iedereen voor de brieven!).

Intussen zitten we hier twee weken. Onnodig dus om te zeggen dat we het hier tof vinden :) We hebben hier al: zaadjes geplant en intussen zien spruiten, guavas geplukt, citroenen en appelsienen en lemonadas en mandarijntjes gegeten (recht van de boom!), diezelfde fruitjes geperst tot we ongeveer duizend dozen vol hadden om in te vriezen, 81 kilogram olijven geplukt, de boomgaard bemest, verwonderd gekeken hoe iedereen hier uitgelaten reageert als het even regent, veeeeel ramen gekuist, de kippen verwend met veel eten en verlost van veel eieren, met Toby de kangoeroe en de 16-jarige Daisy (golden retriever) gaan wandelen, Daisy en haar 6-jarige kompaan Annie gewassen, geholpen in de weekends met 'Functions' die hier op de farm plaatsvinden (vorige week een seniorenlunch, dit weekend drie dagen vollenbak meditatie retraite, waarbij ik telkens hielp met de 'food preparations'), Tim heeft de remblokken en de olie van de auto vervangen, we hebben 800 kilogram wol geperst in een geel machien, we zagen al heel veel vogels (drie spelende wedge-tailed eagles!) en een gekko en een bobtailhagedis, we achtervolgden de schapen en hun miniminischattige lammetjes en voederden hen, Tim sleutelde aan een quad, een tractor en Sunny de kleine auto van de dochters en ontdeed een paar bomen langs de baan van hun takken, we zijn na bijna acht maand in Australie voor het eerst weer op een fiets gekropen om direct een bergske op te rijden, en nog vanalles waar ik nu even niet meer aan denk. Veel werk dus maar ook veel plezier :)

Donderdag zijn we met Phil, onze wwoofhost, gaan kamperen in Oakajee. We lieten de banden van de 4x4 een beetje af om het strand op te rijden (woehoeee!) en eindigden een vijftal kilometer verder, door de duinen en langs het strand. We kampeerden bovenop een duin, van waar we naar de zonsondergang konden kijken met een pintje, maakten eten op het kampvuur en sliepen in 'swags', Australische 'slaapzaktenten' met een waterdicht omhulsel waarbij je dus gewoon onder de sterren slaapt.

Komende donderdag of vrijdag vertrekken we hier en rijden we weer verder naar het noorden, via Shark Bay naar Karajini National Park en The Kimberley.

Veel liefs!

Tine - en Tim ook natuurlijk


* The Pinnacles


* Tim de herder


* Olijven plukken


* Met de 4x4 door het zand


* De zonsondergang in Oakajee


* De compagnie (Tim, Tine, Paul, Phil en Annie de Kelpie)

donderdag 6 mei 2010

Zee, zalm en zonsondergang

De Nullarbor Plain. Dat was onze volgende uitdaging. Toen we uit Kimba vertrokken, reden we naar de Gawler Ranges (waar het uitzicht wel mooi was maar waar we niet overal naartoe konden omdat onze auto geen vierwielaandrijving heeft...) en van daaruit recht naar beneden in Eyre Peninsula, van waar we langs de westkust weer naar 'boven' reden. Prachtige zonsondergangen, daar. En enkele van de allermooiste kampeerplekken van onze hele reis! Zoals net naast de zee, onder de sterren, terwijl ik het laatste restje van de zonsondergang kon zien uit mijn 'bed'. Wat wil een mens nog meer :)?
Maar toen moesten we dus aan die Nullarbor beginnen, vanuit Ceduna. Nullarbor is slecht Latijn voor 'geen boom' en een goede beschrijving van het landschap. Plat, vol droge struiken en vooral: kiiiiiiiiiiiiiiilometers lang. Meer dan 1200. Een deeltje ervan omvatte de langste rechte straat in Australië, maar liefst 150 kilometer krak rechtdoor. En Tim die deed dat allemaal maar gewoon :) In nog geen twee dagen stonden we in Norseman, een oude goudstad en de eerste West-Australische vorm van beschaving op onze weg.

Langs de Nullarbor zagen we wel enkele zotte wedge-tailed eagles. Grote arenden met een vleugelspan van meer dan twee meter. Die zitten dan een beetje kwaad te kijken op de baan, terwijl ze aan stukken dode kangoeroe zitten te trekken en sleuren tot er een brok loskomt om te verorberen. Eentje was zelfs zo zelfzeker dat hij niet wegvloog bij de minste beweging, en hij liet de auto's in een bocht rond hem rijden. En dus zat ik ineens oog in oog met zo'n woeste vogel die met zijn kop ruim boven het raampje kwam, zelfs al zat hij op de grond naast de dode roe. Machtig :)

Afin. Vanuit Norseman reden we naar Esperance, voor wie het nog volgt op de kaart. Da's een vissersdorp in het zuiden van de grootste staat van Australië. Er was een nationaal park in de buurt dat volgens mijn Rough Guide zeker de moeite waard was, dus wij daar naartoe. Bosbranden onderweg, maar daar geraken we hier in West-Australië stilaan aan gewend. En mijn boek had niet gelogen: Cape Le Grand nationaal park is intussen gebombardeerd tot een van mijn favoriete parken en ook Tim vond het er echt mooi.
Het is een peninsula, dus overal rondom ons was er strand met fijn, wit zand en woeste golven, turkoois water en hemelse zonsop- en ondergangen.
We beklommen de rots-berg Frenchman's Peak, die er van op afstand uitzag als een pinnemuts :) (omdat er een rots over een gigantisch groot gat hing op de top van de berg) en we wandelden op alle mooie stranden in het park. Tim kreeg er een stuk versgevangen vis van een taxichauffeur die zijn weekends in het park spendeert, al vissend. In nog geen half uur tijd had hij geloof ik vijf of zes dikke zalmen gevangen, en hij nodigde iedereen die (zoals ik) nieuwsgierig stond te kijken uit om ook eens een lijntje te gooien. Ikzelf had geen interesse om een dikke vis te vangen en het dan veel te zielig te vinden dat hij zou doodgaan, dus ik liet het over aan het gezin naast mij :)
De vader had in nog geen minuut een zalm vast, en ook bij zijn zoon duurde het niet lang. Zodra de lijn in het water landde, zag je de gigazalmen zo naar de oppervlakte zwemmen. Miljooooenen, ongetwijfeld ;)
En volgens Tim was het de beste vis die hij ooit had gegeten!

Daarna reden we naar de Stirling Ranges, een ander nationaal park op onze weg naar Albany (we hebben een parkpas voor vier weken, we kunnen er maar beter gebruik van maken ;)). Daar beklommen we de Bluff Knoll, alleen al om zijn grappige naam :). Vermoeiende klim omhoog (de berg was meer dan duizend meter hoog - da's al wat naar Aussie normen). Vanop de top zagen we alle bergen errond, gehuld in een lichte mist, wat er erg mysterieus en voor ons Tasmaans uitzag. De afdaling ging wel snel :)

In Albany vonden we nog een gratis douche (hoera! campinggeld uitgespaard!) voor we doorreden langs de zuidkust. Naar Denmark, Walpole en dan meer naar het noorden, waar Tim een 52-meter hoge brand-lookout-boom in kroop en waar we voor de tweede avond op rij dezelfde mensen zagen op de plek waar wij planden te overnachten (ze hadden dezelfde campingboek :)). En dus voor de tweede avond op rij zitten babbelen bij een gezellig vuur! Zij is een Nederlandse, blij nog eens 'Dutch' te kunnen praten. Ze woont en reist rond Australie met haar Nieuw-Zeelandse vriend. Twee toffe avonden!

Vanuit Manjimup reden we naar het zuidwestelijkste punt van de staat, Augusta, waar eigenlijk niet veel te zien was :) en dan richting Perth, waar we nu in de bieb zitten (met een hatelijk internetsysteem). Morgen of overmorgen rijden we verder naar het noorden en ergens in de komende weken zullen we nog eens wwoofen (en foto's zoeken voor de blog!).

Veel liefs!

Tine

PS: het uurverschil is hier weer anders in West-Australie. Nu is er nog maar zes uur verschil. Acht uur 's ochtends bij jullie is nu bij ons twee uur 's nachts.

vrijdag 23 april 2010

Wijzerzin

Drie dagen en 450 kilometer later...
We zijn sinds woensdag in Kimba beland, op een grote boerderij. Woensdagochtend kregen we groen licht van de wwoofers: we mochten die dag nog arriveren, maar we konden wellicht maar enkele dagen blijven. Veel was er onderweg toch niet te zien, dus reden we de hele dag. Voortaan liggen alle steden en dorpjes heel wat verder uit elkaar en is er steeds minder verschillends te zien onderweg, dus zullen we meer tijd in de auto spenderen.

Het werd wel betrekkelijk warmer hoe verder we reden, en we hadden de voorbije twee dagen temperaturen van boven de dertig. Wel even aanpassen, na die kille dagen en vooral nachten in Tasmanië!

Hier op onze wwoof-plek gaat Tim mee met de mannen op het veld werken (koolzaad zaaien) en ik help een beetje in het huishouden. Niet veel spectaculairs, maar we zijn wel blij dat we tussen onze wwoof-uren door eindelijk wat kleren kunnen wassen, de Belgische situatie eens kunnen checken (en snel besluiten dat het daar nog steeds een boeltje is), alle gsm's en andere toestanden kunnen opladen, onze mail eens lezen in de plaats van vluchtig te scannen, niet hoeven te betalen voor eten en een douche,... :)

Morgenochtend vertrekken we hier weer omdat onze wwoof-hosts familie op bezoek krijgen. Dan rijden we langs de kust van Eyre Peninsula richting het westen (Perth) - in wijzerzin rond Australië!
Zodra we internet vinden, hoor je meer van ons!

Groet,

Tine

dinsdag 20 april 2010

Tussen Tasmanië en Adelaide

We hadden geluk. Na twee dagen op de wachtlijst hadden ze toch nog een plaatsje gevonden voor ons en de auto op de ferry terug naar Melbourne. En dus moesten we niet tot 2 mei wachten :) Wij dus heel blij de boot op! Deze keer moesten we de nachtboot nemen omdat de andere afgeschaft is na Pasen. We vertrokken rond half acht, ik was de hele nacht stevig misselijk en we arriveerden in Melbourne om half zeven 's ochtends.

Van daaruit zijn we naar Bendigo gereden, een voormalige goudstad boven Melbourne. Er stonden reusachtige gebouwen, allemaal gebouwd in de welvarende gouden tijden :) Vanuit Bendigo zijn we naar Maldon gegaan, waar we de rest van de namiddag gewoon uitgerust hebben op een zanderige kampeerplek net buiten het stadje. Geen goud te vinden, helaas :) maar wel schone gebouwen, een oud treinstation met een nog werkende stoomtrein, de overblijfselen van de goudmijnen en dat alles in de rustige sfeer van wat ooit een welvarende stad was en nu nog hooguit een dorp.

's Anderendaags zijn we via de andere grote goudstad, Ballarat, terug naar de kust gereden om er te beginnen aan de wereldberoemde Great Ocean Road. Schitterende uitzichten, woeste golven, stranden vol ruige rotsen en een tamelijk gevaarlijke baan die tussen kust en bergen slingert. We stopten zo ongeveer alle tien minuten aan een lookout en hebben heel veel foto's gemaakt :) Telkens was het uitzicht een beetje anders. Aan het zogenaamde hoogtepunt van de Great Ocean Road, de Twaalf Apostels, hebben we niet te veel tijd besteed want daar liep het vol met toeristen, maar de hele weg was zeker weten de moeite waard. Het is moeilijk om het te beschrijven in woorden, dus zullen we gewoon enkele foto's posten (later...) :)

Na de Great Ocean Road, waar we nog geen twee dagen over gereden hebben (400 kilometer), reden we verder langs de kust naar de grens met South Australia. Daar moesten we al ons fruit en groenten weggooien uit quarantaine-overwegingen :( De weg was niet meer zo bijzonder, en er was niet veel bijzonders onderweg om voor te stoppen, maar we zagen het landschap wel veranderen - van groene natuurparken naar droge velden vol koeien en schapen - naarmate we verder de 'droogste staat van Australië' inreden.

Nu zitten we in Adelaide, 'de stad van de kerken', waar het weer ons weer wat beter gezind is. We spenderen hier nog een dag tussen het gratis internet en de goedkopere restaurants (nog eens uit eten!!) voor we hopelijk naar een wwoof-plek kunnen. Wordt vervolgd!

Gegroet!

Tine

maandag 12 april 2010

Van de far west naar de oostkust

We hebben al eeuwen geen verslag meer uitgebracht van onze avonturen, daarom komt er nu een behoorlijk lang stuk, maar wie geen geduld heeft voor het hele verhaal, is hier de samenvatting: we zijn nog altijd content, moeten nog steeds heel zuinig zijn maar hebben al veel vreet schone dingen gezien :)

Cradle Mountain
Toen we onze laatste WWOOF-plek achterlieten, zijn we diezelfde dag nog Cradle Mountain opgeklommen in het gelijknamig nationaal park. Vertrokken van Dove Lake, aan de voet van de berg, zijn we naar de Cradle zelf gestapt via een steil pad en nog wat meren op verschillende hoogtes. Het laatste stuk ging gewoon bijna loodrecht omhoog, en je moest er van rots naar rots klauteren en tegelijkertijd je rugzak en losse ledematen in de gaten houden zodat ze geen meter naar beneden tussen de rotsblokken vielen. Een hels karwei, eerlijk gezegd. Mijn knieën vonden het geen aangename beproeving en mijn lief is als een berggeit die met veel schwung en plezier naar boven klautert, dus het vergde wel wat van mijn doorzettingsvermogen. En dan, natuurlijk, bovenop de berg: mist, koud en zichtbaarheidsgraad nul noppes… (Zo gaat het nu eens altijd als wij een berg beklimmen :)) Maar ineens klaarde het op en zagen we 360 graden rond ons: meren, velden, meer bergen, wegjes en de rest van het gigantische nationale park. Ik had dus iets meer moed om naar beneden te geraken :) Bovendien hadden we van onze WWOOF-gastvrouw nog enkele typisch Australische Hot Cross Buns gekregen, die ze hier eten rond Pasen, en die deden mij ook ietsiepietsie sneller gaan. In totaal hebben we wel meer dan acht uur gewandeld, geklommen, bewonderd en afgezien maar Cradle Mountain is een aanrader!


Verschrikkelijk lelijk

Omdat we dan toch ongeveer aan de westkust waren, zijn we er maar helemaal naartoe gereden. Via Queenstown, een stadje dat volgens mijn Rough Guide alleen maar bezienswaardig is omdat het zo ‘hideously ugly’ is. Natuurlijk moesten we dat zien! Kale bergen, en een compleet verwoest landschap als gevolg van menselijke – vooral mijnbouw – activiteit. Schrijnend, eigenlijk, als je weet dat het nog tussen vier- en vijfhonderd jaar kan duren voor de natuur er weer de oude is… Daarna reden we naar Strahan, het ‘laatste’ echte stadje dat vlak aan de westkust ligt (onder Strahan is er enkel nog nationaal park). Veel te toeristisch naar onze zin, maar ze hadden er wel iets met Huon Pine (je vindt er geen enkel levend exemplaar meer in de nabije omgeving, enkel nog bewerkt tot klok, slaschaal of salontafel). Huon Pine is de tweede oudste boom ter wereld (kan tot tienduizend jaar oud worden!) en komt enkel in Tasmanië voor.

Vanuit Strahan zijn we naar Hobart gereden, met enkele stops onderweg. We reden door ‘world heritage area’ en waren omringd door dichte bossen, veel groen en bergen. Dus stopten we aan enkele watervallen en de bekende Franklinrivier, waar in de jaren tachtig door milieuactivisten sterk om gevochten en voor geprotesteerd werd. Na de groene bossen – in sommige heeft voor zover men weet nog nooit iemand een voet gezet – kwamen de gouden velden vol schapen en met hier en daar een boom, terwijl we dichter en dichter bij Hobart kwamen.

Goede Vrijdag in Hobart
Hobart is de grootste stad van Tasmanië, maar het is niet eens groter dan Gent. Gezellig, dat wel. De dag dat we arriveerden was helaas Goede Vrijdag, een zeer belangrijke feestdag blijkbaar in Australië. Alle winkels, musea en zelfs cafés waren gesloten (verboden alcohol te serveren op GV). Dus zat er niet veel op en zijn we – na een wandelingetje door de Botanical Gardens en door de lege en dode stad – naar Felicity gereden, het meisje dat we leerden kennen op het vliegtuig. Zij woont zo’n dertig kilometer van Hobart, in Ranelagh, en was heel blij toen we haar contacteerden. Samen pizza gegeten (dat was ééuwen geleden!) en een film gekeken (het voelde wel een beetje raar om in een sofa in een huis doodgewoon tv te kijken, na al die maanden). ’s Anderdaags zijn we naar de Salamanca Markets getrokken in Hobart, wat ik wel tof vond maar waar zowel Tim als Felicity het heel snel op hun heupen kregen :) Nog even binnengewipt in het Tasmaanse museum, waar ik vooral geïntrigeerd was door het deel over de Tasmaanse tijger (thylacine), een uitgestorven verklaard beest dat hier toch nog tamelijk vaak gespot wordt maar waar niemand sinds 1936 (toen de laatste stierf in gevangenschap in de Hobartse zoo) echt een bewijs van heeft. Die nacht sliepen we op een heel idyllische plek ergens op het einde van een dirt road onder miljoooenen sterren die reflecteerden in de waterplassen, overal waar je kon kijken.

Demonsland
Zondagochtend. Pasen. Voor ons niets speciaals. We reden naar het Tasman Peninsula, niet zo ver van Hobart, waar we ons een hele dag in de oude convictruïnes en bijhorende geschiedenis onderdompelden. Port Arthur, het grootste maar gerestaureerde stuk, was veel te duur, dus zijn we zelf op convict-toer gegaan door het eiland en hebben we minstens even waardevolle plekken ontdekt. We bezochten een oude mijn en konden er nog heel echt in de isolatiecellen kruipen, allemaal uit de tijd dat Tasmanië nog Van Diemensland heette, ook wel Demonsland genoemd door de convicts.

Tasmaanse duivels!
Omdat Paasmaandag ook een feestdag is, konden we nog niet echt terug naar Hobart en dus besloten we de Tasmanian Devil Conservation Area te bezoeken. We dachten dat we alle shows gemist hadden, maar blijkbaar was het uur veranderd :) (Voortaan is het maar acht uur verschil meer met België, acht uur ’s morgens bij jullie is hier vier uur in de namiddag). We zagen hoe de duivels werden gevoed (hun bijtkracht is vijf keer sterker dan die van een hond, en dus zaten ze daar moeiteloos stukken bot fijn te kauwen). Deze hadden geen gezichtskanker en we konden ze van heel dichtbij bekijken. Trage beesten, dat wel. En niet zo slim. Maar je ziet ze nog maar amper in het wild, dus dit was onze enige kans om er te spotten. We zagen ook een soort vogelshow en quolls (ook vleesetende Tasmaanse inwoners die we nog niet in het wild hadden gezien), er zaten enkele gigaaaantische roofvogels (die worden opgevangen als ze bijvoorbeeld aangereden zijn door een auto of in de elektriciteitsdraden bleven hangen. Als ze genezen zijn, worden ze weer losgelaten) en we mochten helemaal zelf kangoeroes, wallabies en pademelons voederen! De meesten zitten in het park omdat hun moeders overreden zijn en werden met de papfles grootgebracht, en zijn dus heel tam.

Omdat het uur veranderd is, is het nu zelfs al om zes uur donker… Omdat we in het donker niet veel meer kunnen doen (en rijden is ook niet aan te raden omdat er zoveel wildlife op de baan vertoeft na zonsondergang), gaan we nu dus rond acht uur slapen :) Maar we zijn dan ook meestal alweer ingepakt en weg rond zeven uur ‘s ochtends, we leven met de zon!

Op naar het oosten
Dinsdag moesten we weer in Hobart zijn omdat we een kans hadden op een job. Helaas konden ze ons niet meteen iets laten weten, het kon zelfs een week duren… Na wat getwijfel en overleg hebben we beslist om toch de oostkust al te doen, in de plaats van ons eerst nog een week te moeten bezighouden in Hobart. Als we de job krijgen, rijden we met plezier terug. Daarom dus dat we dinsdagavond kampeerden in de buurt van de oudste brug in Australië (die van Richmond) om ook woensdag nog van het ene mooie strand naar het andere mooie uitzicht te rijden. We moesten ons ook nog eens wassen, dus hebben we ongeveer al het warme water van een camping in Swansea opgebruikt :) – maar voorts hebben we vooral gekampeerd met uitzicht op zee, in speciaal daarvoor voorziene – gratis! – campervanplekken. De oostkust is ons goed gezind!

Leve de parkpas
Donderdag hebben we Freycinet National Park bezocht, een schiereiland dat zéér toeristisch is in de zomer, maar met deze herfstige temperaturen viel het daar allemaal goed mee. Nog eens een klein bergje overgestoken om op Wineglass Bay Beach te geraken, waar het zand zo wit en de zee zo blauw was, zo mooi :) En er zaten vriendelijke wallabies op het strand!

Vrijdag zijn we naar Douglas-Apsley National Park gereden (we hebben een parkpas die twee maanden geldig is, en waarmee je in alle Tasmaanse nationale parken binnen mag). Weer gewandeld :) Het avontuur zat ‘m deze keer vooral in de rivier die we over moesten steken om het pad aan de overkant weer te kunnen volgen. Aan het einde van het pad lag een ‘gorge’, waar de rivier zich een weg had gesneden in de rotsen. Overal rotsblokken in het water, dat diep en helder en turkooisblauw was en waar naar het schijnt speciale vissen in moesten zitten. Ik vermoed dat hun specialiteit onzichtbaarheid was :)

Zaterdag zijn we naar St Helens gereden, de grootste stad aan de oostkust en eigenlijk de laatste voor de highway je terug het binnenland in leidt. Boven St Helens ligt de Bay of Fires, een zeer uitgestrekt stuk strand met meer rotsen dan zand, zeer woeste golven en weer mooi blauw water. En de rotsen zijn rood om de een of andere reden, wat het geheel behoorlijk fotogeniek maakt!

Sinds gisteren zijn we in de buurt van Launceston, waar we een bootreis terug naar het ‘mainland’ proberen te bemachtigen, wat niet zo simpel blijkt omdat alles twee weken volgeboekt is, en waar we even internet hebben om eindelijk deze blog te kunnen posten!

Lieve groeten,

Tine



* Cradle Mountain


* Wij op de top, uiteraard mistig :)


* Hot Cross Buns!!


* Zonsondergang in Strahan, onze stop aan de westkust


* De dode heuvels van Queenstown


* Een van de watervallen in het Franklin-Gordon Wild Rivers National Park


* World Heritage Area: groen groen groen en bos bos bos


* De gouden velden verder op onze tocht (meer naar het zuiden, richting Hobart)


* Tim en de Huon Pine (in de Botanical Gardens in Hobart)


* Tasman Peninsula met de welbekende convict-geschiedenis


* Tine voor de ruïnes van een oude (convict)koolmijn


* Eastern Quolls in het Tasmanian Devil Conservation Park


* Tasmaanse duivels!


* Tim en de pademelon


* en nog eentje :)


* Nu een 'echte' kangoeroe


* Tine en de wallaby


* Tine en de kangoeroe


* Tine wordt overstelpt met pademeloentjes


* De vogelshow in datzelfde park


* Tim op het witte strand van Spiky Beach (oostkust)


* Wineglass Bay (oostkust)


* De Bay of Fires in het avondlicht


* Meer Bay of Fires

dinsdag 30 maart 2010

Paradijs

We zijn in Paradise beland. Een klein dorpje naast Promised Land (echt waar! De dorpsnaamkiezers vonden het hier precies de moeite :)), waar we sinds dinsdag bij een nieuw wwoof-gezin terecht zijn gekomen. Hij is Frans, zij is een Australische. Ze hebben een mooi stuk land met groentetuintjes, kippen ('chooks'), enkele koeien, schapen, geiten en cavia's, een crèmegele viermaalvier die even oud is als ik, een houtvuur om op te koken, een zelfgebouwd Provence-huis en een cottage tussen de fruitbomen waar wij en nog een koppel (hij Frans, zij Taiwanees-Australisch) nu verblijven. We werken hier de hele dag door, maar aan een rustiger tempo.

Tim helpt met de elektrische afsluitingen rond de weides, met de koeien, met de bouw van een serre en algemeen als rechterhand van Gilles. Ik help bij het eten maken, trek lastige bramen uit die overal beginnen te overheersen, pluk appels en peren en maak er al graag eens een dessert mee :) en heb ook zelf brood leren bakken.

Morgen - dinsdag - vertrekken we hier. Dan gaan we de beroemdste berg van Tasmanië op, Cradle Mountain. Hopelijk is het deze keer niet koud, winderig, nat en mistig :) Erna zijn we weer een beetje op reis, doorheen Tasmanië deze keer. We rijden naar het zuiden en bezoeken Hobart om dan via de oostkust terug naar boven te rijden. Tenzij we onderweg een fruitplukjob vinden, zullen we 7 april bij een derde familie gaan wwoofen. Dat bespaart ons behoorlijk wat geld en we vinden het nog tof ook :)

Tot later!

Tine

zondag 21 maart 2010

Over de zee


* Melbourne: de skyline, bruine Yarrarivier en Tine


* De Melbourne Harbour by night


* Ontmoeting met onze Zweedse vriendinnen die we ook in Sydney af en toe zagen! Yahtzee, goon en reisplannen.


* Een veel te zot gebouw met een oude fabriekstoren in een nieuw, modern winkelcomplex


* We moesten nog naar de Melbourne State Library maar die was precies een beetje verzakt ;)


* St Kilda pier


* We rijden op/in de gigantische ferry!


* Daag Melbourne!


* Even een roeibootje geleend om de buitenkant te kunnen fotograferen


* Tim wou testen of het waar was wat ze zeggen over het Tasmaanse water: ijskoud. Maar hij zag toch niet blauw :)


* De Batman Bridge (grappig :))


* Narawntapu National Park...


* ...waar we heel veel pademelons zagen!


* Tim en zijn zandkasteel


* Meer kasteel aan de Tasmaanse noordkust


* Een kangoeroe in de vlucht (vanuit de auto)


* Picknick in George Town


* Elke avond een mooie zonsondergang :)


* Onze huidige verblijfplaats: een treinwagon in het bos